Dr. Sam Anderson werkt met zijn collega’s aan de Absolom: een machine waarmee zware criminelen miljoenen jaren naar het verleden worden gestuurd zodat de maatschappij van ze verlost is. De Absolom begon niet als strafmaatregel. In eerste instantie was het de bedoeling om een systeem te maken voor het direct transporteren van pakketjes, zonder tussenliggende tijd.
Bij het sporten mag ik graag slechte scifi kijken. Low-budgetfilms met een traag verhaal en voorspelbare karakters, zodat het niet erg is als je er wat van mist. Zo’n film is Black Easter. Daar kwam hetzelfde idee naar boven: het uitvinden van instanttransport van dingen of van mensen leidt tot de creatie van een tijdmachine. In het begin deed Lost in time (ook een beetje door de titel) aan als een goedkoop actieverhaal met tijdreizen in plaats van normaal reizen, maar A.G. Riddle heeft een zó pakkende schrijfstijl dat ik me daar snel overheen kon zetten, en al snel blijkt het verhaal een stuk interessanter in elkaar te zitten.
Lost in Time is een klassiek tijdreisverhaal maar met enige onderbouwing en dat is op zich al fijn. Het uitgangspunt is dat we in een multiversum leven waarin tijdlijnen zich met elke keuze (en dus elke tijdreis) splitsen – het is dus niet zomaar mogelijk om je eigen verleden aan te passen. Riddle heeft hier een leuke benadering voor. Ondanks dat het verhaal voor een groot deel actie is, is er een heel aardige karakterontwikkeling. In zekere zin kan dat ook niet anders: je leert eerst de personages kennen en pas daarna hun verleden.
Adeline, Sams dochter, is voor een groot deel de hoofdpersoon in het verhaal. Als Sam wordt veroordeeld voor een moord die hij niet heeft gepleegd, gaat zij op onderzoek naar het verleden van de Absolom Six en de geheimen die ze allemaal hebben. Er zijn een paar goeie plotwendingen en een goed einde – ook niet verkeerd. Let erop dat je bij reviews niet teveel van de inhoud leest.
Advies: lezen! Je leert er weinig van maar het is echt een boek dat je niet weg kan leggen.